SV | Ten dage mijner benauwdheid zocht ik den Heere; mijn hand was des nachts uitgestrekt, en liet niet af; mijn ziel weigerde getroost te worden. |
WLC | בְּיֹ֥ום צָרָתִי֮ אֲדֹנָ֪י דָּ֫רָ֥שְׁתִּי יָדִ֤י ׀ לַ֣יְלָה נִ֭גְּרָה וְלֹ֣א תָפ֑וּג מֵאֲנָ֖ה הִנָּחֵ֣ם נַפְשִֽׁי׃ |
Trans. | bəywōm ṣārāṯî ’ăḏōnāy dārāšətî yāḏî layəlâ nigərâ wəlō’ ṯāfûḡ mē’ănâ hinnāḥēm nafəšî: |
Ten dage mijner benauwdheid zocht ik den Heere; mijn hand was des nachts uitgestrekt, en liet niet af; mijn ziel weigerde getroost te worden.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Ten dage mijner benauwdheid zocht ik den Heere; mijn hand was des nachts uitgestrekt, en liet niet af; mijn ziel weigerde getroost te worden.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!